Nieuwe Wetgeving Over Gebruik van Drones Goedgekeurd door Kamer

De Tweede Kamer heeft vandaag met grote meerderheid de nieuwe Wetgeving inzake het gebruik van drones goedgekeurd. De wet, die in werking treedt na een periode van een maand, stelt nieuwe regels en beperkingen voor het vliegen van drones in Nederland. De wetgeving richt zich op veiligheid, privacy en het voorkomen van overlast. De goedgekeurde wetgeving behelst onder andere beperkingen op hoogtijdraden en de invoering van een registratieplicht voor alle drone-eigenaren.

Achtergrond

De discussie over de wetgeving inzake drones is de afgelopen jaren toegenomen, mede door het groeiende aantal drone-eigenaren in Nederland en de toenemende vraag naar privacy. Voorheen was de regelgeving omtrent dronegebruik grotendeels gebaseerd op het Burgerlijk Wetboek, wat onvoldoende specifiek was voor de unieke kenmerken van drone-vliegen. De aanvraag voor een wetsvoorstel werd ingediend door een coalitie van milieu- en veiligheidspartijen, onder leiding van Kamerlid Anna de Vries van de Partij voor de Veiligheid.

De voorgenomen wetgeving is het resultaat van een jaar lang onderzoek door de Inspectie voor de Gezondheid en Veiligheid, die signalen van diverse belanghebbenden, waaronder luchtvaartautoriteiten, politie en burgerorganisaties, heeft meegenomen. De belangrijkste zorgen waren het risico op ongevallen, de mogelijke inbreuk op de privacy van particuliere burgers en de potentiële overlast van geluidsoverlast en visuele obstructie. De discussie rondom de wetgeving heeft ook geleid tot een bredere discussie over de rol van de overheid in het reguleren van nieuwe technologieën.

Belangrijke Ontwikkelingen

De nieuwe wetgeving introduceert diverse belangrijke wijzigingen in de regels rondom het gebruik van drones. Volgens de politie zal de registratieplicht voor alle drone-eigenaren, ongeacht het type drone en de beoogde toepassing, leiden tot een betere controle en handhaving van de regels. De registratieplicht omvat het aanleveren van persoonlijke gegevens en het voldoen aan de eisen omtrent vliegvergunningen, waar nodig. De registratie wordt uitgevoerd via een online platform van het Coka-register.

Een cruciale wijziging is de invoering van ‘hoogtijdraden’. Dit betekent dat drones met een gewicht van meer dan 500 gram, of met een actieradius groter dan 5 kilometer, niet langer vrij kunnen vliegen binnen een straal van 150 meter rondom militaire oefenterreinen, vliegvelden en kritieke infrastructuur. De regelgeving is vastgesteld op basis van advies van de Nationale Veiligheidsraad, die de risico’s in kaart heeft gebracht. Deze maatregel is bedoeld om de veiligheid van militaire operaties en de bescherming van cruciale installaties te waarborgen.

De wetgeving stelt ook een registratieplicht voor het gebruik van drones voor commerciële doeleinden. Bedrijven die drones gebruiken voor bijvoorbeeld inspectiewerk, landbouw of fotografie, moeten zich registreren en een vliegvergunning aanvragen, afhankelijk van de omvang van hun activiteiten. De Inspectie voor de Gezondheid en Veiligheid zal deze registraties controleren en audits uitvoeren om te waarborgen dat de regels worden nageleefd. De lokale omroep RTV Noord meldt dat de implementatie van de registratieplicht direct tot vragen en verwarring onder ondernemers heeft geleid.

Daarnaast introduceert de wetgeving beperkingen op het gebruik van drones in beschermde natuurgebieden. Dronegebruik is in deze gebieden uitsluitend toegestaan met een vergunning van de provinciale overheid, en alleen voor specifieke doeleinden, zoals monitoring van de biodiversiteit. De wetgeving is geschreven met de input van natuurbeschermers, die de potentieel destructieve invloed van drones op kwetsbare ecosystemen benadrukken.

De nieuwe wetgeving wordt beschouwd als een belangrijke stap in het reguleren van de dronevaart in Nederland. De volgende cruciale stap zal de implementatie en handhaving van de wetgeving door de politie en de Inspectie voor de Gezondheid en Veiligheid zijn. De effectiviteit van de wetgeving zal in de komende periode worden geëvalueerd, met een focus op het verminderen van risico's, het voorkomen van overlast en het waarborgen van de naleving van de regels.