Nieuwe Onderzoekskerneltjes Ontdekt in Amsterdamse Grachten

Amsterdam – Een team van onderzoekers van de Universiteit van Amsterdam heeft vandaag nieuwe, onbekende kerneltjes ontdekt in de Amsterdamse grachten. Deze ontdekking, gedaan in de gracht van de Prinsengracht, roept vragen op over de complexiteit van het waterlichamen onder de stad en de potentiele impact op het Amsterdamse ecosysteem. De onderzoekers, geleid door Professor Elias van der Meer, hebben de ontdekking bevestigd via sonar en vervolgens visuele inspectie. Het onderzoek is nog in de vroege fase, maar de bevindingen wijzen op een aanzienlijk grotere complexiteit dan eerder gedacht.
Achtergrond
De onderzoekers van de Universiteit van Amsterdam hebben al jarenlang onderzoek gedaan naar de ondergrondse waterlichamen in Amsterdam. Amsterdam is gebouwd op een netwerk van ‘potten’ – stenen bakken die in de 17e en 18e eeuw werden gegraven om ‘plassen’ te draineren en het grondwaterniveau te verlagen. Deze ‘potten’ waren bedoeld om de bouw van de stad te ondersteunen, maar de precieze connecties en de grootte van de ondergrondse ruimte waren lange tijd onbekend. Volgens een rapport van de gemeente Amsterdam uit 2018, zijn er al eerder kleinere waterlichamen gedetecteerd, maar de nieuwe ontdekking wijst op een aanzienlijk grotere en complexere structuur.
Het onderzoek focust zich nu op het kaart maken van deze nieuwe kerneltjes, en het vaststellen van hun relatie tot de bestaande ‘potten’. De theorie is dat deze kerneltjes ontstaan zijn door de geleidelijke vervanging van het grondwater door de eeuwen heen, en door de aanwezigheid van verharding. De exacte omvang van deze nieuwe ruimte is nog onbekend, maar schattingen suggereren dat het een volume heeft vergelijkbaar met een klein stadion. Het onderzoek wordt gefinancierd door een combinatie van subsidie van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) en private donaties.
Belangrijke Ontwikkelingen
De ontdekking van de nieuwe kerneltjes in de Prinsengracht is het resultaat van een intensieve sonarscan uitgevoerd met een speciaal geleasede sonarboot. De scans, die in de loop van drie dagen werden uitgevoerd, onthulden onregelmatige vormen die niet overeenkomen met bekende ‘potten’. Volgens Dr. Sophie de Vries, een van de onderzoekers, “De sonar signalen waren buitengewoon complex, met herhaalde reflecties die wijzen op een significante interne structuur."
Na de initiële sonar bevindingen, werd een team van onderzoeksboten ingezet om de bevindingen verder te verifiëren. Visuele inspectie met een ROV (Remotely Operated Vehicle) bevestigde de aanwezigheid van de kerneltjes. De ROV-beelden toonden kleine, grotendeels overstroomde ruimtes met een diameter van maximaal 1,5 meter. De ROV kon geen duidelijke connecties met de bestaande ‘potten’ aantonen, wat suggereert dat het om geheel nieuwe structuren gaat.

Volgens de politie, die betrokken is bij de beveiliging van de locatie, zijn er al meldingen van vreemde geluiden in de gracht. "We hebben meldingen ontvangen van omwonenden die geluiden van 'druppels' en 'stromend water' hoorden. We onderzoeken of deze geluiden gerelateerd zijn aan de recente ontdekking," aldus een woordvoerder van de politie.
De Amsterdamse Omroep, die de ontdekking volgt, rapporteert dat er sprake is van verhoogde interesse van architecten en ingenieurs. "Er is een grote vraag naar het in kaart brengen van deze nieuwe ruimtes," aldus een redacteur van de omroep. "Het potentiele gebruik is enorm, van nieuwe parkeerplaatsen tot waterreservoirs."
De gemeente Amsterdam heeft aangegeven dat het onderzoek een prioriteit is. “We zullen de resultaten van dit onderzoek nauwlettend volgen en integreren in onze waterbeheerstrategie,” aldus wetheraar Jan de Vries. “Het is cruciaal om een volledig beeld te hebben van de ondergrondse waterlichamen in Amsterdam om de leefbaarheid en duurzaamheid van de stad te waarborgen.”
De volgende fase van het onderzoek zal zich richten op het bemonsteren van de kerneltjes en het uitvoeren van geologische analyses. De onderzoekers verwachten dat dit onderzoek minimaal een jaar zal duren. De uitkomsten zullen bijdragen aan een beter begrip van de historische waterhuishouding van Amsterdam en kunnen zelfs leiden tot nieuwe innovaties in watermanagement en stedelijke planning.